Tien jaar geleden trokken wereldwijd nog mensen de straat op om te protesteren tegen de genetisch gemodificeerde (GG-)gewassen van Monsanto. Al sinds haar introductie riep genetische modificatie controverse op, zeker bij toepassing in ons voedsel. Hoe denken Nederlanders er tegenwoordig over? We praten over publieke opvattingen richting GG-gewassen met Dr Lucien Hanssen, directeur van DEINING Maatschappelijke Communicatie en Governance.
Begin juli van dit jaar kwam de EU-commissie met een nieuw wetsvoorstel over toelating van nieuwe genomische technieken (NGT’s) bij veredeling van gewassen. De huidige wetgeving in Europa over genetisch GG-gewassen is van 2001 en veel strenger dan de regels in andere landen. Sinds die tijd is er veel veranderd, ook op het gebied van technieken voor het aanpassen van DNA in gewassen. Dit werd nog duidelijker met de ontdekking van de CRISPR-Cas techniek tien jaar geleden. In de serie ‘CRISPR-Cas in je gewas’ gaat Biotechnologie.nl dieper in op de achtergronden bij dit nieuwe wetsvoorstel.
In onderzoek uit 2017 vormden deelnemers al scherpe opvattingen over moderne biotechnologie in het algemeen. Met enerzijds, “Voor mij is het belangrijkste dat de armoede en ongelijkheid de wereld uit gaat. Met gemodificeerd voedsel komen we dan een heel eind.” En anderzijds, “Ik vraag me af of het zo goed is om de perfecte wereld te creëren. Laat de natuur zijn werk doen en manipuleer dit niet.” Anno 2023 roept biotechnologie aan de ene kant schouderophalen en aan de andere kant scherpe discussies op, aldus de uitkomsten van Hanssens onderzoek. In 2022 onderzocht hij de publiekspercepties van GG-gewassen en vatte de bevindingen samen in ‘De Publieke Stem’.
Onverschillig of bevlogen over gg-gewassen
“Op dit moment is het nog een non-issue”, legt Hanssen uit. “In Nederland worden geen GG-gewassen geteeld, dus bij burgers speelt de discussie niet.” Bovendien ligt de techniek ver van het bed; in het dagelijks leven kom je niet snel CRISPR-Cas tegen tenzij je biotechnoloog bent.

Als het over biotechnologie in het algemeen gaat, hebben de meeste Nederlanders er geen sterke mening over.
Hanssen vergelijkt het met computers, “Dat werd allemaal prachtig gevonden, want het nut lag meteen bij de consument en je kan er allemaal leuke dingen mee.” Bij de introductie van computers was er dan ook nauwelijks protest. “Biotechnologie bij planten heeft voordelen die minder zichtbaar zijn, terwijl dat bij medicijnen gemaakt met biotechnologie een ander verhaal is.”
Desondanks stellen burgers wel vraagtekens bij specifieke toepassingen van biotechnologie. Neem bijvoorbeeld een ziekte- en droogte-resistente aardappel. Men vraagt zich dan af wat dit zou betekenen voor de prijs en concurrentiepositie van de aardappelboeren. Wat als de veredelaar de aardappel patenteert? Welke invloed heeft dat op de prijs in de supermarkt, en de hele keten van groente- en fruitteelt? Verdwijnen er andere aardappelen uit de winkels?
Protest in het verleden en heden

In 2013 protesteerden mensen over de hele wereld tegen Monsanto, die herbicide-resistente GG-gewassen verkocht.
In het verleden maakten burgers en milieuorganisaties zich flink zorgen over de consequenties van het genetisch modificeren van gewassen. Dat leidde destijds tot protestacties. In de jaren tachtig vernielden actiegroepen ‘De Razende Rooiers’ en ‘Ziedende Bintjes’ veldproeven met GG-aardappelplanten. Eind jaren negentig voert Greenpeace actie om het lossen van vrachtschepen met gg-sojabonen te verhinderen. Het meest recente wereldwijde protest was de ‘March Against Monsanto’ in 2013. “Destijds gaf het veel angst en onzekerheid dat er iets van buiten in de aardappel werd gebracht”, legt Hanssen uit. “Bovendien lagen de voordelen van deze gewassen bij de aandeelhouders en de grote bedrijven, niet bij boeren en consumenten.”
Ook nu zit niet iedereen te wachten op versoepeling van de regelgeving rond genetische modificatie. De biologische sector in Nederland voert campagne tegen de wetswijzigingen. Ze willen dat GG-gewassen niet vrijgesteld worden omdat de keuzevrijheid voor consumenten en boeren volgens hen niet beschermd is. Meer hierover is binnenkort te lezen in het volgende artikel van de serie CRISPR-Cas in je gewas.
Vrijheid, veiligheid en duurzaamheid
Uit de Publieke Stem blijkt dat Nederlanders niet negatief staan tegenover genetisch gemodificeerde gewassen. Ze betwijfelen wel of bedrijven nieuwe gewassen echt voor maatschappelijk nut zullen ontwikkelen in plaats van commerciële doelen. Daarom verbinden ze strenge voorwaarden aan nieuwe GG-gewassen. Hanssen beaamt: “Keuzevrijheid, duurzaamheid, voedselveiligheid en voedselzekerheid zijn erg belangrijk voor burgers.”

GG-gewassen moeten veilig zijn, en de overheid moet dat monitoren, aldus consumenten.
Consumenten hebben de vrijheid om te kiezen of ze GG-gewassen kopen of niet door het etiket te bekijken, of naar een biologische winkel gaan. Uit onderzoek blijkt echter dat ze in de praktijk niet letten op etiketten voor GG-gewassen. Hanssen lacht: “Het blijven mensen; we vinden veel zaken belangrijk maar handelen er niet naar. Er komen ook amper vragen binnen bij het Voedingscentrum over genetische modificatie in voedsel.” Het etiketteren geeft een gevoel van controle: als je wilt kiezen, moet je het kunnen doen.
Nederlanders zijn niet tegen betere eigenschappen zoals droogte- en ziektebestendigheid. Wel willen ze dat consumenten er niet de dupe van worden, en dat boeren het kunnen betalen. GG-gewassen moeten toegankelijk blijven, en grote bedrijven mogen er niet rijker van worden. Een kleine groep vindt dat je überhaupt niet mag rommelen met DNA omdat er te veel risico’s aan zitten, wat goed gemonitord moet worden. “Er is de wens dat de overheid de mogelijke risico’s voor onze gezondheid en het milieu goed in de gaten houdt”, licht Hanssen toe.
Toekomst van de landbouw
De houding van burgers over GG-gewassen kan dus samengevat worden als: “Ja, mits…” Als de nieuwe gewassen aan een rits voorwaarden voldoen, zijn ze acceptabel. Eerlijk voor consumenten en boeren, met de vrijheid om ervoor te kiezen. Deze voorwaarden hebben meer te maken met hoe gentechnologie gebruikt zal worden in de context van ons voedselsysteem. Dat de producenten transparant zijn over hoe ze hun zaadjes veredelen, bijvoorbeeld. Of Nederlanders de GG-gewassen zelf accepteren of niet, staat daar los van.
Hanssen pleit voor een bredere discussie. “Het kan helpen om te praten over hoe we ons voedselsysteem vorm willen geven, en daarbinnen dan na te denken over de rol van technologie hierbij.” Daar komen andere vragen bij kijken dan alleen het reguleren van de technologie. Hoe willen we dat de toekomst van de landbouw eruitziet in Nederland en Europa? Eerlijker, natuurinclusief, en klimaatbestendig – wat vinden we daarvan het belangrijkst? En hoe kunnen GG-gewassen hier juist wel of niet aan bijdragen?

Willen we later gewassen precies aangepast via genetische modificatie voor ons klimaat? Hoe ziet de toekomst van onze landbouw er dan uit?
Bronnen
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/12/06/de-publieke-stem
https://www.odin.nl/actueel/nieuws/-152290-gentechniek-crispr-cas-bedreigt-keuzevrijheid-in-voeding/
https://www.theguardian.com/environment/2013/may/26/millions-march-against-monsanto