Koop je voedsel waar ingrediënten in zitten van genetisch gemodificeerde gewassen? Dan dient de producent dat op het etiket te vermelden, is nu de afspraak. Voor de gewassen die gemaakt zijn met de subtielere variant gene-editing – kleine, soorteigen aanpassingen – geldt dit straks niet, luidt het voorstel van de EU. De biologische sector is hier op tegen.
Begin juli van dit jaar kwam de EU-commissie met een nieuw wetsvoorstel over toelating van nieuwe genomische technieken (NGT’s) bij veredeling van gewassen. De huidige wetgeving in Europa over genetisch gemodiciceerde (GG) gewassen is van 2001 en veel strenger dan de regels in andere landen. Sinds die tijd is er veel veranderd, ook op het gebied van technieken voor het aanpassen van DNA in gewassen. Dit werd nog duidelijker met de ontdekking van de CRISPR-Cas techniek tien jaar geleden. In de serie ‘CRISPR-Cas in je gewas’ gaat Biotechnologie.nl dieper in op de achtergronden bij dit nieuwe wetsvoorstel.
In de Nederlandse supermarkt zijn al lang producten te koop waar genetische gemodificeerde (GG) gewassen voor zijn gebruikt, zo bleek al in dit artikel uit onze serie ‘CRISPR-Cas in je gewas’. De afspraak is dat deze producten in Europa op hun etiket moeten vermelden dat er gebruik is gemaakt van GG-gewassen, en dus doen de producenten dat ook.

Een etiket van een chocolade-pindakaas-reep die gewoon in de Nederlandse supermarkt te koop is. Halverwege het etiket, na de ingrediëntenlijst, is te lezen dat dit product genetisch gemodificeerde suikerbieten en sojabonen bevat.
In het nieuwe voorstel van de Europese Commissie vervalt deze eis voor de nieuwe genomische technieken. “De gewassen verschillen op DNA-niveau niet meer van traditioneel veredelde gewassen,” legt René Smulders, business unit manager bij Plant Breeding aan Wageningen UR, uit. De commissie acht een vermelding van de gebruikte techniek op het label daarmee niet nodig. Het beoogde doel is om deze categorie gewassen gelijk aan regulier veredelde gewassen te stellen. Een aparte vermelding op het etiket past daar niet bij.
Keuzevrijheid
De biologische landbouw is al sinds de komst van de eerste GG-gewassen tegenstander van gebruik van de techniek. Dat standpunt hebben ze niet bijgesteld met de komst van de nieuwe mogelijkheden. De Biowinkelvereniging stelde als reactie op het EU-voorstel een petitie op. ‘Houd ons voedsel gentech vrij,’ luidt deze. Ze vragen om behoud van gentechvrij keuzes voor de consument en duidelijke vermelding op etiketten, licht Merle Koomans van den Dries, bestuurslid van de Biowinkelvereniging toe. “Door het niet te vermelden op het etiket, kan de consument de keuze niet meer vrij maken.”
Terwijl juist de biologische sector hiervan zou kunnen profiteren. Zij kiezen bewust voor producten die zonder de nieuwe technieken gemaakt zijn. Daarmee geeft het logo van biologische producten aan consumenten de garantie dat de technieken niet gebruikt zijn bij de veredeling van deze ingrediënten. “Bovendien moeten de veredelaars hun zakken met zaden wel labellen en in openbare databases vermelden of een ras met de nieuwe technieken tot stand zijn gekomen”, verduidelijkt Smulders de plannen van het voorstel. “Toch vrezen we voor vermenging van gentech-producten in de biologische keten,” oordeelt Koomans van den Dries.
Gescheiden stromen
Maar Smulders ziet verschillende stromingen binnen de biologische landbouw, die het ook lukt om naast elkaar te handhaven. “Bijvoorbeeld voor de biologisch dynamische bedrijven gelden nog aanvullende regels voor veredelingstechnieken die zij gebruiken.” Er zijn technieken die wel toegelaten zijn in de conventionele teelt, maar niet in deze subsector, vanwege hun filosofie van minimaal ingrijpen. Een voorbeeld is de zogenaamde cytoplasmatische mannelijke steriliteit. “De sector heeft zelf lijsten opgesteld met rassen die niet met deze techniek tot stand zijn gekomen. Het lukt ze nu prima om deze stromen van elkaar gescheiden te houden. Waarom zou dat met de nieuwe lijsten met gentech gewassen niet lukken?”
Bij navraag blijkt het pijnpunt nog wat dieper te liggen. “Op de akkers heb je het risico van vermenging door kruisbestuiving. Pollen van gentech gewassen kunnen terecht komen op biologische gewassen,” duidt Koomans van de Dries. Het probleem staat bekend als co-existentie van gewassen, en al jarenlang is er in dit debat onderzoek aan gedaan, onder andere door Smulders.

Pollenkorrels van de ene maisakker kunnen terecht komen op de stampers van een andere maisakker. Zo zouden pollen van genetisch gemodificeerde maisplanten zich kunnen verspreiden naar niet genetisch gemodificeerde gewassen. Hiervoor zijn in Europa co-existentie regels bedacht, met voldoende afstand tussen akkers. Omdat de gg-gewassen de Nederlandse velden nooit hebben bereikt, zijn ze niet ingevoerd hier.
“Dit is bijvoorbeeld voor mais een risico, een zaadgewas,” legt Smulders uit. Voor vruchten of knolgewassen bestaat dit probleem minder, die eetbare delen komen allemaal van de ouderplant. Toch gaat Smulders in dit geval niet mee met de zorgen van de biologische sector. “Vermenging met pollen van klassiek veredelde conventionele rassen is geen probleem voor ze.” Die teelten bestaan al decennia naast elkaar zonder weerstand.
Filosofische kwestie
Maar de discussie gaat nog verder. “Niemand noemt het straks nog genetisch gemodificeerd wat we met deze nieuwe technieken doen. We gebruiken soorteigen DNA en kruisen dat efficiënt in, zoals dat ook bij klassieke veredeling gebeurt. Alleen de biologische sector houdt vast aan de term genetische modificatie voor deze techniek,” duidt Smulders. “Nee”, stelt Koomans van de Dries, “het is ingrijpen in het DNA, dat is echt anders.”
En zo komen we uit bij een discussie die voorbij de wetenschap gaat. Een filosofische kwestie, die zich op een ander niveau afspeelt en de basis is van veel van de lastige discussies rondom de oorspronkelijke genetische modificatietechnieken en de huidige veredelingstechnieken. Nu de taak aan de EU om met alle verschillende belangen en emoties in de verschillende lidstaten tot een besluit te komen.