Direct naar de content

Dragerschapsscreening als alternatieve route

Auteur: Irene van Langen en Mirjam Plantinga
Gepubliceerd op:

De hielprik spoort kinderen op die al een erfelijke metabole ziekte hebben. Voor sommige ziekten is er ook de mogelijkheid om het risico te bepalen nog voordat de kinderen geboren, of zelfs ‘gemaakt’ worden.

Iedereen is drager van fouten en foutjes in de genen. Deze afwijkingen kunnen tot ziekte leiden, maar dat hoeft niet. Omdat we van elk gen twee kopieën hebben – één van de vader en één van de moeder – kunnen we in veel gevallen prima leven met één foute kopie. De gezonde kopie neemt de functie gewoon over. Dit is het geval bij autosomaal recessieve ziekten. Heb je een foutje in één kopie, dan ben je weliswaar drager van de ziekte, maar lijd je er niet aan. Heb je twee foute kopieën, omdat beide ouders toevallig drager zijn van dezelfde fout die ze vervolgens ook doorgeven, dan word je wel ziek. De meeste metabole ziekten komen zo tot stand.

Omdat ouders vaak niet weten dat zij drager zijn van een ziekte, is de geboorte van een kind met een autosomaal recessieve ziekte meestal
onverwacht. Zonder erop voorbereid te zijn, worden ouders geconfronteerd met de geboorte van een ernstig ziek kind dat soms al op jonge leeftijd overlijdt. Een voorbeeld is de ziekte van Tay-Sachs. Dit is een zeldzame maar zeer ernstige aangeboren metabole ziekte die gepaard gaat met bewegingsproblemen en een ernstige onbehandelbare vorm van epilepsie. De meeste kinderen die hiermee geboren worden overlijden rond de leeftijd van 2 tot 5 jaar.

In verschillende Universitair Medische Centra, waaronder het UMCG in Groningen, zijn dragerschapstesten ontwikkeld. Daarmee kunnen aanstaande ouders worden gescreend op dragerschap voor minstens vijftig (zeer) ernstige autosomaal recessieve ziekten, waaronder Tay-Sachs. Alle ziekten in de test zijn aangeboren of beginnen op heel jonge leeftijd, zijn niet te genezen en hebben vaak vroegtijdig overlijden tot gevolg. In het geval van de ziekten waar het UMCG op test is de kans dat beide ouders drager zijn van dezelfde ziekte ongeveer 1 op 150. De kans dat beide ouders het foute gen vervolgens ook doorgeven, dus de kans dat het kind ziek wordt, is dan steeds een kwart.

Nationale Beeldbank, Rotterdam

In tegenstelling tot de ziekten waarop de hielprik screent, zijn de erfelijke metabole ziekten die zijn opgenomen in de verschillende dragerschapstesten niet, of heel moeilijk behandelbaar. Het doel van het aanbieden van dragerschapsscreening is namelijk niet het realiseren van gezondheidswinst via een mogelijke behandeling – zoals het geval is bij de hielprik – maar het bieden van ‘reproductieve handelingsopties’. Het is de keuze aan toekomstige ouders of ze de last van een gezin met een ernstig ziek of gehandicapt kind kunnen en willen dragen. Is dat niet het geval, dan zijn er mogelijkheden om dit te voorkomen, bijvoorbeeld door zwanger te worden via IVF in combinatie met embryoselectie. In dat geval kan een embryo worden teruggeplaatst nadat is vastgesteld dat het niet de beide ‘foute versies van het betreffende gen’ onder de leden heeft.

Het UMCG heeft bewust gekozen voor het aanbieden van een dragerschapstest met een beperkt aantal zeer ernstige ziekten. Technisch gezien kan de dragerschapstest gemakkelijk worden uitgebreid. Voor de toekomst is het dan ook van belang om na te denken over de vraag welke ziekten we willen opsporen, waarom, en wat de beste timing hiervoor is.

Dragerschapsscreening kan daarnaast theoretisch ook ingezet worden voor het opsporen van ziekten die wel goed behandelbaar zijn, bijvoorbeeld voor aandoeningen die nu via de hielprik worden gevonden. Dat gebeurt op dit moment nog niet , maar zou bijvoorbeeld een optie zijn voor ziekten waar ondanks hielprikscreening de uitslag nu soms te laat komt. De hielprik wordt in de eerste week na de geboorte afgenomen en de uitslag volgt binnen vijf weken. Bijvoorbeeld bij medium-chain acyl-CoA dehydrogenase deficiëntie (MCAD), een behandelbare ziekte waar jaarlijks in Nederland vijftien tot zeventien kinderen mee worden geboren, kan het kwaad dan al geschied zijn. Een kind met MCAD kan bepaalde vetten niet goed afbreken, waardoor het te weinig energie krijgt en de glucosespiegel in het bloed veel te laag kan worden. Zo’n kind moet daarom vaker voedingen krijgen dan een gezonde baby en de bloedsuikerspiegel moet, zeker bij braken en diarree, heel goed in de gaten gehouden worden. Als de diagnose nog niet bekend is en de symptomen niet herkend worden, wordt dus niet tijdig en vaak genoeg glucose gegeven, waardoor de baby in coma kan raken en in het ernstigste geval onnodig overlijdt.

Met dragerschapsscreening op dit soort ziekten, voorafgaand aan of tijdens de zwangerschap, zou dit kunnen worden voorkomen. Omdat ook MCAD een autosomaal recessief overervende metabole ziekte is, kunnen beide aanstaande ouders getest worden op dragerschap en kan het risico op het krijgen van een kind met MCAD dus al voor de geboorte worden bepaald. Als dan beide ouders drager blijken, heeft het kind dat geboren wordt een kans van één op vier om ziek te zijn. In dit geval hoeft de uitslag van de hielprik niet afgewacht te worden, maar kan er direct na de geboorte gerichte diagnostiek worden ingezet en gehandeld worden alsof het kind MCAD heeft. Zodra duidelijk is geworden dat het kind de ziekte niet heeft, kan met de extra controles en behandeling gestopt worden. De kinderen die wel ziek blijken, worden gered van een vroegtijdige dood.

Dragerschapsscreening vormt dus een belangrijke aanvullende en soms alternatieve route voor het opsporen van erfelijke metabole ziekten. Niet alleen voor het bieden van reproductieve handelingsopties aan toekomstige ouders, maar ook voor het opsporen van ziekten waarvoor de uitslag van de hielprik soms te laat komt.

Lees het volgende artikel van het thema ‘De Hielprik’

Ethische reflectie op een simpel prikje

Wybo Dondorp en Guido de Wert

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

  • Embryo’s uit het lab: mini-mens of klompje cellen?

    Wetenschappers kunnen met menselijke cellen een model van een embryo maken om zo meer te leren over cruciale fases in de embryonale ontwikkeling. Wat zou je ervan vinden als wetenschappers met menselijke cellen een model van een embryo maken? Om meer te leren over de …

    • Ziekten genezen
    • Ziekten voorkomen
  • Nederlanders niet principieel tegen dieren als orgaandonor

    Het afgelopen jaar besteedden we op NEMO Kennislink aandacht aan ‘het dier als donor’. We organiseerden in samenwerking met het Rathenau Instituut dialogen. Hieruit kwam naar voren dat de meeste dialoogdeelnemers niet tegen verder onderzoek naar de inzet van dieren zijn om het donororganentekort op …

    • Ziekten genezen
Meer artikelen