Elke maand spreekt Biotechnologie.nl jonge, enthousiaste biotechnologen die midden in het onderzoek staan. Deze maand is dat Minrui Ren, promovendus plasticafbraak met bacterie-enzymen aan de Universiteit Leiden.
Profiel
Naam: Minrui Ren
Leeftijd: 28 jaar
Geboorteplaats: het noorden van China
Functie: promovendus plasticafbraak met bacterie-enzymen
Hobby’s: (Berg)wandelen
Per toeval werd Minrui in de biotechnologie-track van haar bachelor geplaatst. Ze had eigenlijk een andere track willen kiezen. Toch greep de biotechnologie haar en liet haar niet meer los. Nu doet ze zelfs een PhD, terwijl ze dacht dat ze dat nooit zou kunnen. Haar geheim? “Ik hoef geen professor te worden. Ik wil gewoon mijn wetenschappelijke vragen oplossen.”
Wat maakt biotechnologie zo bijzonder voor jou?
“Er is zoveel wat ik interessant vind. Op het moment onderzoek ik een enzym dat kan helpen om plastic af te breken. Het is een heel fascinerend enzym, dat veel functies heeft. Als we dit enzym kunnen verbeteren, kunnen we echt een probleem in de wereld oplossen. Ik hoop dat we zo kunnen bijdragen aan een betere toekomst.”
Hoe zit het met de werkdruk?
“Het werk is vooral leuk, maar ik sta ook constant onder druk. Ik geniet van de experimenten die ik doe in het lab, maar daarnaast zijn er nog zoveel andere dingen. Artikelen en rapporten schrijven, studenten begeleiden, conferenties… Ik moet mijn tijd heel strak indelen. Maar het hoort er ook een beetje bij in de wetenschap. Als je een hogere wetenschappelijke positie wil krijgen, bijvoorbeeld als professor, moet je heel hard werken. Mijn begeleider in China en mijn begeleider hier in Nederland werken allebei meer dan veertig uur per week, en de Nederlandse begeleider heeft ook pas geleden een baby gekregen. Maar lange uren hoeven niet per se stressvol te zijn. Sommige van mijn collega’s ervaren veel stress, maar anderen niet. Het ligt eraan hoe je je werk ziet.”
Hoe ga jij daarmee om?
“Het is belangrijk om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen je werk en de rest van je leven. Ik heb bijvoorbeeld niet één, maar twee grote dromen in mijn leven. Ten eerste wil ik een succesvol wetenschapper worden en mijn eigen onderzoek doen, misschien een eigen labgroep hebben. Maar daarnaast wil ik berggids worden. Ik doe veel aan hiken, en ga elke zomer op een lange tocht waar ik van tevoren veel voor moet trainen. Maar soms denk ik toch na over een bepaald werkprobleem wanneer ik aan het hiken ben. De afgelopen maanden kon ik slecht slapen, omdat ik steeds over werk aan het nadenken was. Dat is natuurlijk niet goed.”
Waaraan werk je precies?
“Er bestaat een groep bacteriën genaamd Alphaproteobacteria. Die komen gewoon in de bodem voor. Mijn begeleider heeft ontdekt dat deze bacteriën ethyleenglycol gebruiken om te groeien. Ethyleenglycol is een stofje dat vrijkomt als PET-plastic (PET staat voor polyethyleentereftalaat, red.) degradeert. De bacteriën kunnen dus helpen om dat op te ruimen. En wat extra mooi is: de bacteriën zetten bijvoorbeeld ethyleenglycol om in aminozuren, die wij zouden kunnen gebruiken om nieuw plastic te maken. Daar wordt nu ook onderzoek naar gedaan. En tijdens dit hele proces stoten de bacteriën geen CO2 uit.
Op het moment onderzoek ik hoe de bacterie precies het ethyleenglycol afbreekt. De bacterie doet dat met bepaalde enzymen. We zijn zelfs al bezig om aan die enzymen te sleutelen en ze te verbeteren. We zijn dus al vrij ver!”
Zijn er grote verschillen tussen de oudere en jongere generatie wetenschappers?
“Jazeker. Onder jongere wetenschappers zijn er bijvoorbeeld evenveel vrouwen als mannen, of soms zelfs meer vrouwen. Maar wanneer je naar de oudere wetenschappers kijkt, die afdelingshoofden of professoren zijn, dan zitten daar nog steeds weinig vrouwen tussen. Als jonge vrouw in de wetenschap zet dat je toch aan het denken. Stel dat ik een baby zou krijgen, hoe lang zou dat me weghouden van mijn werk? Zou dat een negatief effect hebben op mijn carrière?”
Krijg je weleens kritiek op je werk?
“De meeste mensen vinden het onderzoek dat ik doe vooral goed. Over het algemeen krijgt onderzoek naar micro-organismen weinig kritiek. Mensen maken zich eerder zorgen om bijvoorbeeld genetische modificatie in mensen, of voedselgewassen. Wel kwam er laatst een vriendin naar me toe die toch een beetje bezorgd was. Zij vond dat ik dat enzym dat plastic kan afbreken niet moest gaan verbeteren. Ze was namelijk bang dat dan al het plastic wat we gebruiken – bijvoorbeeld het plastic in auto’s en airconditioning – plots uit elkaar zou vallen.”
Is het dan nodig dat het algemene publiek beter geïnformeerd wordt over biotechnologie?
“Ik denk niet dat het nodig is om mensen beter op te leiden in biotechnologie, want hun opleidingsgraad is al hoog genoeg om het te begrijpen. Het is vooral aan ons, de wetenschappers, om beter uit te leggen wat we doen aan gewone mensen. We worden immers betaald van hun belastinggeld. Maar dit is al aan het veranderen. De jongere generatie maakt bijvoorbeeld TikToks waarin ze concepten uit de biotechnologie uitleggen, of hun lab laten zien. Ik heb die zelf ook gemaakt. De Universiteit Leiden is namelijk in China nauwelijks bekend. Dat wilde ik veranderen.”