Genome editing: het DNA-bouwplan gericht veranderen
Genome editing is een methode waarbij je het DNA van een organisme bewust en gericht aanpast. Het doel daarvan is steeds dat het organisme meer, minder of andere bouwstenen (eiwitten) aanmaakt, wat leidt tot een verandering van eigenschappen zoals uiterlijke kenmerken of stofwisseling.
Er zijn verschillende manieren om het DNA aan te passen. Sinds in 2015 CRISPR-Cas als methode werd geïntroduceerd, is die wat betreft bekendheid aan een opmars bezig, maar er zijn er meer. Het concept is als volgt: als je een eigenschap van een organisme wilt veranderen, moet je er eerst achter komen waar in het DNA de code ligt opgeslagen die verantwoordelijk is voor die eigenschap. Je kunt daar achter komen door te kijken naar overeenkomsten in het DNA tussen exemplaren van een soort die allemaal die eigenschap hebben.
Welke methode je ook gebruikt, bij genome editing zorg je er vervolgens voor dat het verantwoordelijke gen op moleculair niveau wordt weggeknipt en desgewenst wordt vervangen door een alternatief stuk DNA-code. Het resultaat is dat je het (originele) DNA van een organisme hebt veranderd.
Genome editing staat nog in de kinderschoenen, maar de snelheid waarmee wetenschappers het in de vingers krijgen, ligt hoog. Het nieuwe eraan is echter niet zozeer dat mensen soorten aanpassen. Door fokkerij en veredeling kruisen we al duizenden jaren dieren en planten zo, dat ze het best zijn toegerust voor waar we ze voor willen gebruiken: als tembaar lastdier, voor vlees, voor een hoge gewasopbrengst.
Recenter wordt DNA ingebouwd in bacteriën en gisten. Op die manier wordt al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw menselijke insuline voor diabetespatiënten geproduceerd door aangepaste bacteriën. Nieuw aan genome editing is de precisie waarmee het aanpassen van DNA gebeurt.