Virussen voedsel voor eencelligen

Trilhaardiertjes, eencellige organismen, blijken virussen op te eten en zo te ontmantelen. Vormen deze zogenoemde virovoren het anti-virusleger van de toekomst? “De kans is groot dat deze eenvoudige eencelligen alleen overschakelen op een dieet van virussen bij een gebrek aan andere voedselbronnen.”

Lockdowns, thuiswerkadvies en de anderhalvemeterregel: het coronavirus ontwrichtte ons leven twee jaar lang. Wetenschappers zetten alles op alles om vaccins en geschikte virusremmers tegen SARS-CoV-2 te ontwikkelen. Maar nu blijken er eencelligen te bestaan die zich tegoed doen aan virussen: eind vorig jaar zagen wetenschappers trilhaardiertjes, die behoren tot de protisten, overleven op een dieet van alleen virussen. Kunnen we dit soort viruseters trainen om gevaarlijke ziekteverwekkers op te eten en ons zo te beschermen tegen epidemieën?
Biologen vermoeden al langer dat sommige eencelligen virussen opeten, maar bewijs bleef schaars. In 2020 ‘sneden’ wetenschappers protisten open en vonden daar virussen in. Een nieuwe Amerikaanse studie laat nu dus zien dat protisten prima overleven op een dieet van alleen virussen – al gaat het vooralsnog om één soort trilhaardiertje dat een specifiek algenvirus lust.
Opstandige peuters
Hoewel protisten bekend staan als bacterie-eters, vindt Stefan Geisen, moleculair ecoloog aan de Wageningen Universiteit de vondst van de Amerikaanse onderzoekers niet heel verrassend. “Veel protisten pakken wat ze pakken kunnen, zelfs microplastics. Dat ook virussen op hun menu staan, is dus niet heel verwonderlijk.” Virussen bestaan uit allerlei lekker spul, zoals vetten en DNA of RNA. Dat zijn organische elementen die organismen goed kunnen gebruiken. “Voeg daar nog eens aan toe dat virussen, in tegenstelling tot bacteriën, geen verdedigingsmechanisme hebben, en je kunt je goed voorstellen dat ze eenvoudig worden opgeslokt door protisten”, aldus Geisen.
Bioloog Zhilei Gao, onderzoeker bij ECOstyle, promoveerde op het dieet van protisten aan de Universiteit van Utrecht. “Hoewel de meeste protisten die we kennen, specifieke bacteriën eten, kun je ze trainen om over te stappen op een dieet van andere bacteriën of zelfs schimmels. Zeker als je dat dieet langzaamaan introduceert.” Maar daar gaat behoorlijk wat tijd overheen en bovendien slikken protisten niet alles wat ze tegenkomen. Ze zijn nog best kieskeurig en inspecteren hun prooi tijdens de jacht. “Als die niet de juiste vorm of grootte heeft, laten ze hem links liggen”, aldus Gao. Als je protisten wil trainen om schadelijke virussen op te eten, bestaat er dus best een kans dat ze net als een opstandige peuter de kont tegen de krib gooien en weigeren te eten.

Protisten, zoals trilhaardiertjes, zijn eencellig en hebben geen mond. Ze sluiten daarom hun hele ‘lichaam’ om hun prooi heen, waarna ze hem verteren.
Dieet van bacteriën
In de natuur bestaan er ontzettend veel soorten protisten, elk met een eigen voedselvoorkeur. Wetenschappers schatten dat er zo’n miljoen soorten bestaan, waarvan ze tot nu toe pas twee procent kennen. Misschien moeten we de hardcore virovoren, die virussen boven ander voedsel kiezen, gewoon nog vinden. En dat is een uitdaging: wanneer biologen nieuwe protisten ontdekken, laten ze die in het lab groeien op een dieet van bacteriën. “Dat is de standaard, omdat de meeste protisten die we kennen de voorkeur geven aan bacteriën”, zegt Gao. Misschien selecteren biologen daardoor onbewust de protisten die gedijen op een dieet van bacteriën, en zien ze de echte viruseters over het hoofd.
Kunnen wetenschappers dan een protist vinden of trainen die heel specifiek één schadelijk soort virus opeet? “Protisten zijn zelden specialisten”, zegt Geisen. Dat betekent dat ze niet slechts één soort voedsel eten. “Sommige eten wel meer van de ene soort prooi, dan van de andere, maar ze hebben altijd meer dan één soort prooi”, aldus Geisen.
Zelfs al trainen wetenschappers protisten om één schadelijk soort virus op te jagen, dan zijn we alsnog wat stappen verwijderd van een virusetend leger. “De kans is groot dat protisten alleen overschakelden op een dieet van virussen bij een gebrek aan andere voedselbronnen”, zegt Gao. Dat was bijvoorbeeld het geval in het Amerikaanse onderzoek: daar kregen de protisten uitsluitend virussen te eten. Als je protisten vervolgens weer loslaat in het wild, vallen ze misschien terug op hun voorkeursmaaltje van bacteriën en kijken ze niet of minder naar virussen.
Mogelijke doelwitten

Een extra nadeel is dat protisten niet op alle plaatsen leven waar virussen voorkomen. Protisten houden van natte en vochtige gebieden, zoals zeeën, moerassen en de bodem. Hoewel sommige virussen voorkomen in water, dwarrelen andere via de lucht of verspreiden ze zich via kleine vochtdruppels door praten, niezen of hoesten. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor het coronavirus. Tegen dat soort virussen kunnen viruseters daardoor weinig doen. Virussen die in het water leven, zoals hepatitis A- en E-virussen, norovirussen (de veroorzaker van buikgriep) en enterovirussen (de veroorzaker van hersenvliesontsteking), zijn wel mogelijke doelwitten. Dat geldt ook voor virussen in de bodem die onze gewassen aanvallen.
De resultaten van de Amerikaanse onderzoekers bevestigen wat wetenschappers al lange tijd vermoeden: ook virussen draaien mee in de voedselketen en dienen als voedsel voor microscopische wezens. Hoewel we die eencelligen kunnen trainen om een bepaald soort virus te eten in het laboratorium, is de kans klein dat ze de wereld gaan beschermen tegen nieuwe epidemieën of vervelende virussen. Als we te maken krijgen met een nieuwe pandemie, moeten we dus terugvallen op vaccins en virusremmers.
Bron
- DeLong, John P., et al. “The consumption of viruses returns energy to food chains.” Proceedings of the National Academy of Sciences 120.1 (2023): e2215000120.