Direct naar de content

Zijn er al GMO’s in Europa?

Auteur: Nicole van 't Wout Hofland
Gepubliceerd op:

Als het aan de Europese Commissie ligt, zien we in de toekomst steeds vaker (kleine) genetische aanpassingen in de landbouwgewassen. Maar hoe zit dat nu, anno 2023? Hebben we al genetisch aanpaste producten in Europa? En misschien zelfs al in de schappen?

Waar Amerika en Azië op grote schaal genetisch aangepaste gewassen telen, zoals soja en mais telen, heeft Europa altijd een gereserveerde houding gehad. Toch zijn genetisch aangepaste organismen (GMO’s) niet verboden in Europa. Wel gelden er strenge regels, waardoor de aanvraag voor de teelt ervan een langdurig en prijzig traject is. Om die reden doen weinig bedrijven zo’n teeltaanvraag. Maar dat betekent niet dat er geen GMO’s in Europa te vinden zijn.

Begin juli van dit jaar kwam de EU-commissie met een nieuw wetsvoorstel over toelating van gentechnieken bij veredeling van gewassen. De huidige wetgeving in Europa over genetisch gemodificeerde (gg-)gewassen is van 2001 en veel strenger dan de regels in andere landen. Sinds die tijd is er veel veranderd, ook op het gebied van techniek voor het aanpassen van DNA in gewassen. Dit werd nog duidelijker met de ontdekking van de CRISPR-Cas techniek tien jaar geleden. In de serie ‘CRISPR-Cas in je gewas’ gaat Biotechnologie.nl dieper in op de achtergronden bij dit nieuwe wetsvoorstel.

Genetisch veranderde mais

De rups van de Europese maïsboorder kruipt over een blad.
MON810 maakt een stofje dat de rups van de Europese maïsboorder in zijn maag omzet tot een gif waaraan hij binnen twee dagen sterft.

Anno 2023 groeit er om precies te zijn één genetisch veranderd gewas op Europese bodem: een maisras met een extra gen in zijn DNA. Het gen is afkomstig van een bacterie en maakt het gewas weerbaar tegen de rups van de Europese maïsboorder – een soort mot. De rupsen vreten gangenstelsels in de stengels, waardoor de plant verzwakt en knakt. “Juist omdat de rupsen de planten van binnenuit opeten, is besproeien met bestrijdingsmiddelen weinig effectief”, vertelt René Smulders, onderzoeker plantenveredeling aan Wageningen University & Research. Met het bacteriële gen heeft de plant een nieuw recept in huis om zelf een stofje (eiwit) te maken dat de rupsen doodt. Het stofje zelf is onschadelijk, maar in de maag van de rups verandert het in een gif, waaraan het beestje binnen twee dagen sterft.

Europa keurde deze genetisch aangepaste maisplant, genaamd MON810, in 1996 goed voor teelt. Vanaf 1998 telen boeren de mais in Spanje, en op kleinere schaal in Portugal, Tsjechië, Roemenië en Slowakije. Omdat de mot vooral voorkomt in warme landen, was er in die tijd geen behoefte aan MON810 in ons land. Ondertussen trekt de Europese maïsboorder steeds meer noordwaarts en maakt het ook zijn opmars in het zuiden en midden van Limburg. Daardoor zou de weerbare maisplant nu wel van waarde kunnen zijn voor onze boeren. Echter besloot Nederland in 2015, samen met zestien andere lidstaten, de teelt van genetisch veranderde gewassen te verbieden.  

Nieuwe genomische technieken

De Europese Commissie wil onderscheid maken tussen traditionele GMO’s zoals MON810 en gewassen gemaakt met moderne genomische technieken. Traditionele GMO’s bevatten DNA uit een ander organisme, waardoor ze bijvoorbeeld ziekteverwekkers of plagen weren. Zo’n mix van DNA ontstaat vrijwel alleen met technieken in het lab. Daarnaast maken wetenschappers met moderne technieken zoals CRISPR-Cas, subtiele DNA-aanpassingen die ook in de natuur of door klassieke veredeling zouden kunnen ontstaan. In juli stelde de Europese Commissie voor om deze genetische aanpassingen niet langer als GMO’s te beschouwen. Als het nieuwe wetsvoorstel wordt aangenomen, liggen er straks meer genetisch aangepaste gewassen in de winkel. Alleen worden die niet bestempeld als GMO.

Import van gewassen

Maar een geografische toepassingsbeperking, zoals de EU dat noemt, verbiedt slechts de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen. Hoewel we in Nederland dus geen MON810 telen, importeren we het wel uit het buitenland. Daarvoor bestaat een speciale vergunning die dit jaar verlengd moet worden. De Commissie Genetische Modificatie (COGEM) gaf in mei dit jaar een positief advies daarvoor.

Daarnaast importeert Europa bijna honderd genetisch aangepaste gewassen vanuit andere delen van de wereld. Dat gaat om genetisch veranderde mais, sojabonen, katoen, koolzaad en suikerbieten die hier verkocht en gebruikt mogen worden. Hoewel die gewassen vrijwel uitsluitend dienen als diervoeder of grondstof voor kleding, zijn de meeste soorten wel goedgekeurd als levensmiddel voor mensen. Uitvoeringsbesluiten benoemen nadrukkelijk dat de vergunning geldt voor “diervoeders, levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met het genetisch gemodificeerde gewas”.

Drie varkens liggen buiten in het zand
Een groot deel van het veevoer in Nederland is gemaakt van genetisch aangepaste soja en mais.

Nogal scheef misschien dat Europa de teelt van bepaalde gewassen verbiedt of bemoeilijkt, en ze vervolgens wel importeert. De reden daarachter heeft voor een groot deel te maken met ons vee. Koeien, schapen, kippen en andere landbouwhuisdieren eten samen enorme hoeveelheden soja en mais. Om al die dieren te voeden, importeert de EU jaarlijks miljoenen tonnen aan diervoer. Omdat genetisch gemodificeerde gewassen buiten de grenzen van de EU veel gangbaarder zijn dan hier, importeren we daarmee ook een groot deel genetisch aangepaste gewassen. Een voorbeeld: van de 36 miljoen ton soja die de EU tien jaar geleden importeerde, was 30 miljoen ton genetisch gemodificeerde soja. Zou Europa alleen GMO-vrije producten willen gebruiken, zou er snel een tekort ontstaan, met enorme gevolgen voor het vee en de boeren.

Daarnaast zijn genetisch gemodificeerde gewassen goedkoper dan de natuurlijke varianten, volgens plantbioloog Smulders. “Dat is niet verwonderlijk, want die gewassen hebben een genetisch voordeel waardoor ze zich beter laten telen dan hun wilde variant.” Zo bestaan er gewassen die ongevoelig zijn voor bestrijdingsmiddelen waardoor boeren hun onkruid makkelijker beheersen. Andere gewassen, zoals MON810, bezitten extra eigenschappen waardoor ze minder lijden onder ziekten of plagen, wat de boeren een hogere opbrengst levert.

Snoep en koekjes

Eén genetisch aangepaste plant groeien we dus in Europa en de rest importeren we. Maar er is nog een derde categorie: geïmporteerd, bewerkt voedsel. Koekjes, snoep en andere bewerkte producten uit het buitenland die gemaakt zijn met genetisch aangepaste gewassen, liggen ook in Nederland gewoon in de winkel. De Amerikaanse Reese’s peanut butter cups bevatten bijvoorbeeld ingrediënten uit genetisch gemodificeerde suikerbieten en sojabonen. Andere voorbeelden zijn Marshmallow fluff, Ligo Cheese balls, Nerds Candy rainbow en Karo maissiroop. Hoeveel producten met genetisch gemodificeerde ingrediënten er precies in de Nederlandse schappen ligt, is onbekend. De Commissie Genetische Modificatie (COGEM) startte daar een onderzoek naar, maar het rapport daarvan verschijnt op zijn vroegst in december van dit jaar.

Een foto van Reese’s peanut butter cups, Marshmallow fluff, Ligo Cheese balls, Nerds Candy rainbow, cookie dough balletjes en cookies 'N cream bites.
Een aantal producten gemaakt met genetisch aangepaste ingrediënten, gekocht in Nederland.
Nicole van ’t Wout Hofland voor biotechnologie.nl via CC BY 2.0

Producenten van producten die genetisch aangepaste ingrediënten bevatten, moeten dat volgens Europese richtlijnen op hun verpakking melden (tenzij het minder is dan 0,9 procent). En inderdaad, de producten zijn gelabeld, maar grote kans dat het je nooit is opgevallen. De producten bevatten namelijk geen afzonderlijk GMO-stickertje. De vermelding staat op het etiket, bij de ingrediënten. Echt opvallend is dat niet, want zeg eens eerlijk: hoe vaak lees je de kleine letters achterop?

Etiket op snoepgoed waarop staat: "Bevat genetisch gemanipuleerde organismen"
Op het etiket – net boven de voedingswaarde – vermeldt de producent dat het artikel GMO bevat.
Nicole van ’t Wout Hofland voor biotechnologie.nl via CC BY 2.0

In het volgende artikel van de serie CRISPR-Cas in je gewas gaan we verder in op etikettering van genetisch aangepaste producten. Dit artikel verschijnt eind augustus.


Veldproeven

Tot slot is er nog een vierde ‘groep’ GMO’s in Europa. Maar deze eindigen niet in de supermarkt. Dat zijn planten, dieren en micro-organismen waarvan wetenschappers het DNA aanpassen voor wetenschappelijk onderzoek. Met de juiste vergunning is zulk wetenschappelijk onderzoek toegestaan in laboratoria, kassen en soms ook daarbuiten. “Onderzoekers voeren soms veldproeven uit in Nederland met genetisch aangepaste planten”, aldus Smulders.

Voordat een onderzoeksgroep daarmee mag starten, onderzoekt de vergunningverlener, Bureau-GGO, de veiligheid ervan voor mens en milieu. “Hoe groot het risico is, ligt maar net aan wat onderzoekers aanpassen in een plant,” vertelt Smulders. Een mutatie waardoor een plant sneller groeit, is bijvoorbeeld minder risicovol dan een plant die een schadelijke stof in zijn bladeren maakt. Bij potentiële risico’s moeten onderzoekers extra veiligheidsmaatregelen nemen, zoals het experiment afronden voordat de planten bloeien, om zo te voorkomen dat aangepaste DNA in de natuur terecht komt en zich vermengt met wilde varianten.

Europa is dus eigenlijk niet GMO-vrij en hoewel er zeer strenge regels – of zelf verboden – gelden voor de teelt van genetisch veranderde gewassen, arriveert er vanuit andere landen wel genetisch aangepast voer en voedsel. Eigenlijk heeft Nederland dus een flink areaal GMO-teelt, maar dan in het buitenland. Ons vee eet genetisch aangepaste gewassen en in Nederlandse winkels vind je enkele producten gemaakt van genetisch gemodificeerde gewassen. GMO’s kom je dus niet alleen tegen in verre vakantielanden. Ze zijn een stuk dichterbij dan je denkt.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

  • Zeven vragen over nieuwe gentechnieken in ons voedsel

    Na ruim twee jaar aan onderzoek en discussies komt de Europese Commissie met een nieuw wetsvoorstel rondom het gebruik van gentechnologie in voedselgewassen. Wat betekent dit voor de producten in onze boodschappenmandjes?

    • Voedsel produceren
  • Zeven vragen over coronamedicijnen

    Nu het coronavirus opnieuw zijn opmars maakt, worden medicijnen tegen Covid-19 steeds belangrijker om de druk op de ziekenhuizen te verlichten. NEMO Kennislink beantwoordt zeven vragen over coronamedicijnen. Met de corona-uitbraak in 2019 barstte de zoektocht los naar medicijnen tegen het coronavirus. Wetenschappers ontwikkelden nieuwe …

    • Ziekten genezen
    • Ziekten voorkomen
  • Misschien begon het leven toch in een druppeltje

    Er is niet veel nodig om kleine, robuuste druppeltjes te laten ontstaan die zelfstandig kunnen groeien, zo laten experimenten van Nijmeegse onderzoekers zien. Of zo’n actief druppeltje ooit de start van het allereerste leven was, kunnen ze niet met zekerheid zeggen, maar ze weerleggen hiermee …

    • Duurzaamheid vergroten
Meer artikelen